Verhalen tot leven te brengen : "Lezen is dromen met je ogen open"
De kleuters worden ondergedompeld in de wereld van verhalen door dagelijks vanuit een verhaal te starten. Door het interactief voorlezen worden kleuters gestimuleerd om hun taalvaardigheden in te zetten en samen te werken rond boeken. Elke kleuterklas wordt voorzien van een leeshoek met uitdagende prenten- en non-fictionboeken.
De leerlingen van de lagere school worden gemotiveerd en gestimuleerd volgens het principe van LIST dat staat voor 'Leesinterventie voor scholen met een totaalbenadering' of ook wel voor 'Lezen IS Top'. Bij LIST lezen de kinderen iedere dag 35 minuten. In een leuke leesomgeving met een aanbod van de nieuwste kinderboeken worden er leesgesprekken gehouden en kunnen de kinderen vanuit een eigen gekozen en gelezen boek aan boekpromotie doen. Een LIST leesles start met een mini-les: de leerkracht leest een stukje voor, brengt de klas in leessfeer en geeft de leerlingen een leesvraag mee. Daarna gaan de leerlingen stillezen, duo-lezen of tutorlezen. De les wordt samen afgesloten door een terugblik op de leesvraag en het uitwisselen van ervaringen.
Alle kinderen kunnen leren lezen, als je ze maar voldoende tijd en goede instructies geeft. Je leert namelijk lezen door te lezen, dat is de kern van het LIST-project.
De kern van LIST is dat kinderen boeken kiezen en lezen die passen bij hun eigen leeftijd.
De focus ligt dus niet op leesmoeilijkheden, maar op motivatie. Het doel van het leesonderwijs is namelijk niet het aanleren van een techniek, maar het ontwikkelen van gemotiveerde lezers die hun leesvaardigheid gebruiken om te leren en om te lezen voor hun plezier.
Er zijn drie programma's: voorbereidend lezen door voorlezen en prentlezen (derde kleuterklas), aanvankelijk lezen (eerste en tweede leerjaar) en vloeiend lezen (de andere leerjaren). Eerst lezen de kinderen in duo's samen hardop in zelfgekozen boeken. Als dat vlot genoeg gaat, lezen ze in stilte.
De opbouw van een LIST-les:
Een LIST-les duurt 25 minuten.
- Een mini-les door de leerkracht (5 minuten): voorlezen, spreken over leesbeleving (hoe kies ik een boek , wat doet een boek met me?), focus op een specifiek 'leesdoel' (bv. wie is de hoofdpersoon, wat wil de schrijver van het boek vertellen?)
- Zelf hardop of stil lezen (ononderbroken gedurende 20 minuten). De leerkracht leest ook, of ondersteunt leerlingen die moeilijk aan het lezen raken.
- Een gezamenlijke afsluiting (5 minuten): vanuit de mini-les en de boeken die kinderen lezen volgt een gesprek, boekreclame, zelfevaluatie, ...
Leerlingen die ondanks bovenstaande aanpak niet genoeg vorderen, krijgen extra leesinstructie via het interventieprogramma 'RALFI'. Dit wordt drie maal per week 20 min. in een klein groepje aangeboden.
Elke klas heeft een uitgebreide collectie boeken en we gaan ook wekelijks met de kinderen naar de openbare bibliotheek die aan onze school grenst. Zo leren we de leerlingen bewust boeken kiezen.
Wetenschappelijk onderbouwd
LIST staat voor 'Leesinterventie voor scholen met een totaalbenadering' of ook wel voor 'Lezen IS Top'. Het is een onderzoeks- en begeleidingsproject onder leiding van Thoni Houtveen (lector 'Geletterdheid' aan de Hogeschool Utrecht).
Wijstreven naar zelfstandige, gemotiveerde lezers die
- lezen om te leren
- lezen voor hun plezier
- de school functioneel geletterd verlaten
De school werkt aan een mooi project deze week rond leesbevordering.
Prachtig hoe ze dat aanpakken. Als je de school binnenrijdt, staat er een prachtig bord waarop te lezen staat : Lezen is dromen met je ogen open.
Hoe mooi, toch!